• Vader:
  Lambert Jansz Aertsz , zn. van Jan Aertsz ,
  geb. in 1604 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1629-62,
  184-3172; 10-12-1676,
  ovl. in 1655 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1660-35,
  , -
  LAMBERT JAN AERTSZ
  Huizen Koptienden (1629-62 1660-35):
  1629-62: v. Evert Huijbertsz 4 cop 1/2
  1631-59: v. Willem Rijcksz 4 cop 1/2
  - v. Neeltje Cornelisdr. Blarecom 3 cop
  - Situatie: 1 Spt 4 cop
  1633-59: v. VADER Jan Aertsz 1 Spt
  - Situatie: 2 Spt 4 ccop
  1637-59: op Willem Tuenisz Blaerecom 4 cop
  - Situatie: 2 Spt
  1642-58: v. Dirck Claesz (Jansz) 1 Spt 1 cop
  - Situatie: 3 Spt 1 cop
  1644-48: + AERTSZ
  1647-48: op Claes Jan Volcken 3 cop 1/2
  - Situatie: 2 Spt 5 cop 1/2
  1651-48: op Lubbert Jansz 1 Spt
  - op Lubbert Rutten 5 cop 1/2
  - Situatie: 1 Spt
  1655-48: op Henrick Willemsz 4 cop
  - Situatie: 4 cop
  1662-49: op Peter Feecken 4 cop
  -
  SAGV155.2-3232 Beeldnr. 16-17; 04-10-1651: Schepenen tot Blaricum dat voor ons ghecompareert sijn Jan Goossensz weduenaer van saliger Lijsbethjen Cornelis oudt ontrent 49 Jaer off daer ontrent en Angenietghen Jacobs dochter out ontrent 18 Jaren
  off daer ontrent en hebben op versoeck van Lambert Jan Aertsz woenend tot Huijsen verclaert dat Jan Goossensz huijsvrouw Lijsbetghen Cornelis voor haar overlijden ofte sterff xxx sieckelijck sijnde haer memorie sinnen ende verstande wel
  hebbende deels moeilijk leesbaar .. voor mijn suster Maertghen soo Roel Cleijn .. mijn susters NeeltgenLaren; Koptienden kinderen
  -
  SAGV155.2-ORA-3232, Beeldnr. 99; 09-03-1654: . Schepenen tot Blaricum ... bij desen dat huijden voor ons ghecompareert is Betgehen Hendricks jonghe dochter weesende en nagelaten kindt van Hendrick Anthonisz geprocrieert bij Lijsbet Meijns
  ende heeft in onser presentie verclaert alsoo sij tegenwoordigh bij haer moeder en behoud stieffvader Lambert Jan Aertsz in woenende ...
  -
  SAGV155.2-ORA-3232, Beeldnr. 100; 9-03-1654: Tusschen Willem ende Pieter Anthonisz als voeghden van Betgen Hendricks ende Lambert Jans Aertsz verweerder ter ander...
  -
  SAGV155.2-ORA-3232, Beeldnr. 202, Folio 117; 09-12-1655: Compareerde voor Schepenen tot Blaricum, Claes Jan Aertsz tot Huysen als Bloetvoeght van de onmondighe kinderen van Lambert Jansz Aertsz sijn Broeder in sijn leven tot Huijsen
  woenachtigh .. transporteerde in handen van Rutger Hendricksz onse buerman seecker acker boulandt
  -
  ORA-184-3172; 10-12-1676: wel bekent is geweest de persone van Hendrick Lambertsz sone van Lambert Jan Aertsz in sijn leven woonachtich in het voorz dorp, dat hij over eenige Jaren gevaren is na Oostindien En bij aldien hij aldaer sonder
  descendente overleden soude mogen sijn, dat hij volgens acte van euterste wille in dat 19-03-1668 gepasseert voor Hendrick Roser ? notaris tot Amsterdam tot erfgelaten heeft nagelaten sijn suster Neeltge Lamberts die jegenwoordich getrout is
  met Jacob Abrams woonaghtich alhier voor d'ene helft en sijne verdere susters en broeder voor d'andere helft. Dat mede voor gecompareert is Jan Lambertsz halve broeder van de voorn. Hendrick Lambertsz. Item Claes Lubbertsz Stam als getrout
  hebbende Bottge Hendricks @ Claes Jan Aertsz mitsgaders Rutger Willemsz als vooghden van 't nagelaten weeskindt Gijsje Lamberts, halve suster van de meergemelte Hendrick Lambertsz, hebben comparanten verclaert last te geven aen voorn Jacob
  Abramsz hare swager, om ter Camer van de Oost Indische Compagnie tot Amsterdam enz
  -
  ONA-3668A025: 08-11-1682; Compareerden voor Jacobus Petersz en Dirck Christiaensz schepenen van Naerden, Elbert Deulten, Hendrick Jansz, Goossen Willemsz, Jan Gerritsz Backer en Eimpie Hendricks alle buijrluijden tot huijsen mitsgaders
  Tonis/Teunis Cornelisz Beeris borger tot Naerden verclaerden ten versoecke van Ruts Lubbers Buijrman in de voorsz dorpe waerachtich te wesen dat den reqt Ruts Lubbers en sijn vader Lubbert Ruttens elk apart binnen huijsen en, nadat zijn vader
  was overleden, zijn oude impotente moeder Jannitie Lamberts in huis heeft genomen om haar daar te kunnen verzorgen.
  - Verder verklaart Tomas Cornelisz Beeris dat hij enige penningen van Belitie Lamberts tot Huijsen moest hebben
  zie ook: 3668A18; 21-04-1682; 3668A18; 21-04-1682,
  relatie (1)
  met Neeltje Cornelis , dr. van Cornelis Jansz Harmensz en N1.N1. ,
  geb. te Blaricum; Koptienden Eerste: 1626-72,
  184-3172; 10-12-1676,
  ovl. te Blaricum; Koptienden Laatste: 1630-71,
  , -
  NEELTGEN CORNELIS DR.
  Blaricum Koptienden (1626-72 1630-71):
  1626-72: v. haer gemeene weeskinderen
  - van Cornelis Jan Hermensz 1 Spt 3 cop
  1627-72: v. Ghijsbert Cornelisz 1 cop
  - Situatie: 1 Spt 4 cop
  1630-71: op Jan Goossensz 5 cop
  - op Ghijsbert Cornelis 4 cop
  1631-59: op Lambert Jansz Aertsz Huijserboeck 3 cop,
  relatie (3)
  met Lijsbet Meijns , dr. van Meijns Claesz ,
  , -
  SAGV155.2-ORA-3232, Beeldnr. 99; 09-03-1654: . Schepenen tot Blaricum ... bij desen dat huijden voor ons ghecompareert is Betgehen Hendricks jonghe dochter weesende en nagelaten kindt van Hendrick Anthonisz geprocrieert bij Lijsbet Meijns
  ende heeft in onser presentie verclaert alsoo sij tegenwoordigh bij haer moeder en behoud stieffvader Lambert Jan Aertsz in woenende ...
  -
  SAGV155.2-ORA-3232, Beeldnr. 100; 9-03-1654: Tusschen Willem ende Pieter Anthonisz als voeghden van Betgen Hendricks ende Lambert Jans Aertsz verweerder ter ander...
  -
  SAGV155.2-3232 Beeldnr. 103; 01-06-1654: Lambert Jan Aertsz als ghetrouwt hebbende Lijsbet Meynsen excipient CONTRA Willem Anthoniusz en Pieter Anthoniusz als voeghden van BETGHEN Hendricks des-excipients huijsvrouws-dochter geprocrieert bij
  Hendrick Anthoniusz ..,
  relatie (2).

• Moeder:
  huisvrouw 2 ,
  184-3172; 10-12-1676.

relatie
met

Lubbert Rutten , zn. van Rutger Evertsz en N1 Cornelis ,
geb. in 1614 te Huijsen; Koptienden Eerst: 1651-68,
ovl. in 1674 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1690-39,
, -
LUBBERT RUTTEN
Huizen Koptienden: (1651-66 1690-30):
1651-68: v. Lambert Jan Aertsz 5 cop 1/2
1659-68: v. Jan Henricksz Spelman 5 cop
- Situatie: 1 Spt 2 cop 1/2
1669-40: v. Henrick Henricksz 1 Spt
- Situatie: 2 Spt 2 cop 1/2
1674-40: v. Cornelis Hendricksz Kruijmer 4 cop
- Situatie: 2 Spt 6 cop 1/2
1677-36: v. Cornelis Jan Aertsz 4 cop
- Situatie: 3 Spt 2 cop 1/2
- v. Lambert Lambert Lambertsz 4 cop
- Situatie: 3 Spt 6 cop 1/2
1678-36: v. Willem Rutten 1 cop 1/4
- Situatie: 3 Spt 7 cop 3/4
1682-33: op ZOON Rut Lubbertsz 3 Spt 2 cop 3/4
- Situatie: 5 cop
1690-30: op zoon Rut Lubbertsz 5 cop
-
ONA-3686A28; 13-02-1674: Willem Teeuwisz Blanckert (62), Lubbert Rutten (60), Rut Lubbertsz (34), Lambert Willemsz (27) alle wonende tot Huijsen verklaren op verzoek van Hendrick Michaelsz dienaar van Justitie; betreft kalf opgefokt door
Willem Teeuwisz Blanckert en verkocht aan Jan Mijninck (geen van alle kan schrijven)
-
ORA-184-3172; 06-12-1674; Jannetgen Martens weduwe van Lubbert Rutten zaliger CONTRA Jaep Teunissen en als getrouwt hebbende Geertgen Pieters te betalen f 12 ter saecke van geleverde bieren en dat voorts gedaagde (Jaep Teunisse) als getrouwt
hebbende Geertgen Pieters sal werden gecondemneert in een somme van f 18 soo over bieren bij Theunis Jansz Pan zaliger in sijn leven gehadt als bij de eijscher soo als hij procedeert op des selfs dootmael gelevert
-
ORA-184-3172; 14-03-1680: Jan Pietersz Schram als vooght over de kinderen van Claes Pietersz; hendrick Lambertsz noe euxoris en vooght over de kinderen; Willem Evertsz als vooght over de kinderen van Jannetge Claes, Jacob Zijbrantsz, Jan
Harmensz, Rutie Lamberts (Swart) weduwe van Adriaen Gerritsz Jes, Melisje Elberts (Vos) als moeder en vooghdes van haere kinderen geprocreert bij Lambert (Tijmens Swart) enz eijsschers CONTRA Jannetie Lamberts Weduwe van Lubbert Rutten,
mitsgaders Rut Lubbertsz soon en erfgenaem van deselve sijne vader gedaagde.
De eijsscher seijde dat Lubbert Rutten zaliger staende huwelijk met de gedaegde in desen van Elbert Jansz Swart haeren pre-doesseur ?? hadt opgenomen en op Interest ontfangen een somma van f 782 van een obligatie d.d. 12-03-1665 @ alsoo een
vrouwe gehouden is te betalen de helft van de schulden staende huwelijck gemaeckt, mitsgaders een soon als Erfgenaem van sijn vader voor de wederhelft
-
ONA-3708A044; 12-12-1680: Jan Pietersen Schram als vooght over de kinderen van Claes Pietersen, Hendrick Lambertsen nominus uxoris en voogd over desselfs kinderen Willem Evertsen en Tijmen Pietersen Schram als vooghden over de kinderen van
Janne Klaes, Jacob Sijbrantsen, Jan Harmesen, Rutjen Lamberts weduwe van Adriaen Gerritsen Jes, Melisje Elberts Vos als moeder en de vooghdesse van haer kinderen geprocreeert bij Lambert Tijmesen Swart en verklaarden gesamenlijk machtig gemaakt
te hebben Abraham Selkart van Wouws procureur in de zaak jegens Jannetien Lamberts weduwe van Lubbert Rutten mitsgaders Rut Lubbertsen zoon en erfgenaam van deselve zijn vader
-
ONA-3668A001; 14-01-1681: Hendrick Willemsz ende Gijsbert Lambertsz schepenen in huijsen Jannitie Lamberts weduwe en boelhouster van Lubbert Rutten ende (haar zoon?) Ruts Lubben beijde woonachtich tot huijsen geven volmacht aan George Loofboom
om hun zaak te behartigen tegen Jan Pietersz Schram zie: 3668A18; 21-04-1682.

Uit deze relatie:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Rut	*1640	Huizen; Koptienden Eerste: 1681-60	†1691	< 1695; Huizen; Koptienden Laatste:1691-51	51	1	4